Startersvrijstelling: alles of niets
Geplaatst op 26 november 2025
Onlangs heeft een jong stel bij de rechter aangekaart, dat zij vinden dat de regeling ten aanzien van de startersvrijstelling op de schop moet.
Zij zijn van mening dat de voorwaarde dat de woningwaarde 'niet hoger mag zijn dan de voor dat jaar geldende grens' discriminerend en onrechtvaardig is. Volgens hen zou de woningwaardegrens als belastingvrije voet moeten fungeren, waarbij alleen het deel van de koopprijs dat boven de woningwaardegrens uitgaat zou moeten worden belast. Volgens de huidige wet vervalt de vrijstelling volledig als de woningwaarde hoger is dan de vastgestelde grens (voor 2025 is die grens € 525.000,- voor 2026 wordt die
€ 555.000,-).
De Rechtbank heeft geoordeeld dat de keuze van de wetgever om te kiezen voor een zogenaamde drempelvrijstelling in plaats van een voetvrijstelling niet onredelijk is.
De wetgever heeft deze grens ingesteld om minder vermogende huizenkopers te ondersteunen. De Rechtbank concludeert dat er ook geen sprake is van discriminatie volgens internationale verdragen.
Het jonge stel is het niet eens met deze uitspraak een heeft hoger beroep ingesteld.