Een steuntje in de rug van heit, mem en de fiscus
Geplaatst op 19 januari 2022
Een kind, jonger dan 35 jaar, verkreeg op 1 juni 2021 bij akte van schenking en levering een woning met een waarde van minder dan € 400.000 van zijn ouders. Het kind woonde op dat moment samen met zijn ouders in de woning en zij bleven nadien daar ook samen wonen.
Sinds 1 januari 2021 kennen we twee tarieven voor de overdrachtsbelasting, het algemene tarief van 8% en het tarief van 2% als het gaat om de verkrijging van een woning, die je zelfstandig hoofdverblijf wordt. Voor kopers onder de 35 jaar, kan bij een woning/hoofdverblijf eenmaal een beroep gedaan worden op de zogenaamde startersvrijstelling, waarbij er geen belasting betaald hoeft te worden.
Bij deze levering draagt het kind in eerste instantie 8% overdrachtsbelasting af wegens zijn verkrijging en maakt vervolgens bezwaar, omdat hij van mening is dat de startersvrijstelling van toepassing is.
In de beslissing op bezwaar komt de Inspecteur volledig aan het bezwaar tegemoet. Er is geen sprake van een zelfstandige woonruimte waar uitsluitend de ouders gebruik van maken na de verkrijging en vanwege de gezamenlijke bewoning door het kind en zijn ouders is sprake van een gezamenlijke huishouding. Het kind heeft dus de volledige beschikkingsmacht heeft over de gehele woning en er is geen huur- en/of gebruiksrecht overeengekomen voor de ouders. Het kind voldoet daarmee aan het hoofdverblijfvereiste en daarmee is voldaan aan alle vereisten voor toepassing van de startersvrijstelling.
Meer weten? Neem contact op!