In lyk man is in ryk man
Vaak is men maar wat trots, dat na een leven lang van arbeid en vlijt, de hypotheekschuld volledig is afgelost, er een appeltje voor de dorst is en men zonder financiële zorgen kan leven; “in lyk man is in ryk man”, staat bij velen hoog in het vaandel. Helaas, soms is het ook hier de schijn die bedriegt en heeft men ongemerkt toch schulden.
Indien de eerste ouder komt te overlijden, wordt de langstlevende óf door een testament, óf door de wettelijke regeling beschermd en hoeft hij/zij de kinderen hun erfdeel (nog) niet uit te keren. Alles wat voorheen van vader en moeder tezamen was, blijft na overlijden van de eerste ouder, eigendom van de langstlevende. Zowel de langstlevende, als de kinderen merken niets van de “schuld” die hierdoor ongemerkt aan de kinderen is ontstaan. Ook de belastingdienst laat, voor wat betreft de inkomstenbelasting, de kinderen eerst met rust ten aanzien van hun nog niet opeisbare erfdeel. Zij hoeven dit niet op te geven als vermogen.
Dit (onzichtbare) erfdeel kan echter wel voor onaangename verrassingen zorgen, bijvoorbeeld als de langstlevende ouder in een zorginstelling wordt opgenomen. Als het niet goed is geregeld, blijven de erfdelen van de kinderen niet opeisbaar en zo kan het gebeuren dat u als langstlevende ook het deel van de kinderen moet gebruiken voor uw eigen bijdrage in de zorg.
En wat als de langstlevende komt te overlijden en een nieuwe partner achterlaat. Deze nieuwe partner kan dan ineens geconfronteerd worden met torenhoge erfdelen/schulden aan de (stief)kinderen, die door het overlijden opeisbaar zijn geworden. In het verleden zijn er veel testamenten gemaakt, waarin werd bepaald dat de erfdelen van de kinderen jaarlijks met wel 6% zouden groeien. Niet meer een percentage dat u vandaag de dag nog op uw spaartegoed ontvangt. Uw schuld groeit dus jaarlijks veel sneller, dan uw vermogen.
Heeft u nog een testament met een hoge renteclausule, of heeft u uw partner verloren en bent u de langstlevende, laat u dan goed voorlichten over hoe u er financieel, mede ten opzichte van de kinderen en de eventuele eigen bijdrage in zorgkosten, werkelijk voorstaat.